Monday, January 29, 2007

SOEDAN (Wadi Halfa tot Dongola)

























































Wadi Halfa begint met een lange houten steiger. Daar stonden wat auto’s, wat Afrikanen, verschillenden in uniform en ... dat was het. Welkom Soedan!

Maar eerst moesten we weer wachten, en een voor een werden we in de drukte van de boot bij een douanier geroepen voor wat korte vragen waarbij de antwoorden in het Arabisch op een papiertje werden gekrabbeld. Dit nam wel 2 uur in beslag. Ondertussen waren we al begonnen om alle tassen door de raampjes van de cabins op de kade te laten zakken en na het overladen van alle bagage op een truck konden we fietsend naar de douane 300m. verderop.

En hier vond weer een nieuw circus plaats:
Eerst natuurlijk wachten. Daarna werden we verwelkomd met chocolade (ik hield meteen van Soedan). En toen kwam een druk en belangrijk doende Soedanees orders geven om alle tassen uit te laden, in rijen op te stellen en hij begon stickertjes op elke tas te plakken. Even moesten ook wat mensen de tassen naar een andere plek sjouwen en open maken, maar dat hield hij al gauw voor gezien. Een andere ambtenaar holde achter hem aan om de sticker van een krabbeltje te voorzien, dit alles compleet willekeurig. En ondertussen roepend: ‘Is there a doctor? Where is a docor?’
Schijnbaar had hij een ziek familielid of zo, want Eric, een Zweedse chirurg uit de groep en Eileen, onze verpleegster, gingen als een gek wat medicijnen uit de groepsvoorraden zoeken.
Die man ging weer verder kriskras stickertjes plakken, om even later weer zenuwachtig ‘Where is the doctor?’ te roepen. Goed, uiteindelijk had hij zijn medicijnen en, nadat we nog $50,- p.p. hadden betaald, lag Soedan echt voor ons open.
Die eerste 5 km. naar de kampplaats van die nacht waren heel speciaal.
Ik realiseerde me ‘ik fiets in Soedan!’ terwijl we over de zandweg, tussen de Soedanese hutten door, het dorp in en meteen ook weer uit reden. Nu begon Afrika dus echt.

Bij de kampplek stonden de 2 trucks van ‘African Routes’, waar we vanaf nu mee mee doorreizen. Ze zijn vanaf Zuid Afrika naar het noorden komen rijden. Een stuk of 5 gasten, goed gewend aan het outdoor leven. Voeg daar Engels met een duidelijk Zuid Afrikaans accent aan toe (rollende r’en), wat blote basten, een boel kreten als ‘cool banana’s’ maar ook veel degelijke spullen en een strakke organisatie (denk aan indeling trucks, hygiëne, keuken etc) en je kunt je er wat bij voorstellen. En, niet te vergeten, veel goede muziek. De eerste ochtend werden we gewekt met een Queen’s ‘I want to ride my bicycle!’ - schallend uit de truck door de schemerige woestijnlucht. We lunchen onder het genot van Afrikaanse reggae en we finishten vandaag bij de Red Hot Chili Peppers. Not bad at all.

We zijn overgestapt op het systeem van de TDA ‘red boxes’. Vanaf nu leven we uit een persoonlijke rode doos. Alles wat je nodig hebt, van rustdag tot rustdag (zo’n 5 tot 6 dagen) moet hierin passen; kampeer-, toilet- en fietsspullen. Die dozen gaan in een stalen frame in de trucks. De ‘permanent bags’ (al je overige materiaal, vooral reserve fietsonderdelen) gaan op het dak samen met wat fietsen en losse banden (‘and some lazy or sick people’ werd daar nog aan toegevoegd). Er zijn nu heel wat losse banden, omdat iedereen is overgestapt op dikkere banden om de ‘Nubian desert’ te doorkruisen.

Hoe Soedan nu werkelijk is, is moeilijk te beschrijven.
Het is waanzinnig mooi, bijna surrealistisch.
Het is een bizarre omgeving, zo wijd, zo ruig, zo uitgestrekt, uitzichtloos, zo stil.

Het is bruin, grijs, zwart, wit, geel, oranje, rood en dan van elke kleur weer zoveel variaties. Met een strakblauwe lucht en een felle zon.
Het is zand, het zijn stenen, het zijn rotsen.
Het is ’s nachts een hele sterrenhemel vol.
Het zijn heel veel wegen die toch allemaal naar het zuiden gaan. Elkaar kruisen en in elkaar overlopen.
Het is voor ons vaak een prachtige Nijl al dan niet in de verte, met palmbomen en felgroene akkertjes in het oosten en een meedogenloze woestijn in het westen.

En het is heet, het is afzien.
‘Redefining the word bumpy’, las ik thuis al eens, en dat is goed gesteld. Wasbord noem je het wel, de sporen die de trucks achterlaten. Vaak stuiter je ofwel op en neer, of je komt vast te zitten in het zand. Mensen hebben pijn aan hun armen, kont, knieën, benen (valpartijen) en handen. (Mijn kniepijn is overigens weer verminderd!)

Maar het is ook genieten. Is het niet op de fiets, dan is het wel na aankomst.
Een greep uit de reacties:
'Fucking insane'


'Mad'
'I thought there already was enough suffer in the world.'
'Next time I’ll do Sudan, I’ll be flying over it 800 km an hour.'
' Loved it! - I didn’t come to Africa to ride a road!'

We hebben ook een Keniaanse tandem in de groep, bemand door Joash en Douglas. Douglas is de voorzitter van het Keniaanse para-olympische committee en is blind. Ik kan me gewoon niet voorstellen hoe je een dag als dit doorkomt, als je alleen kunt voelen en niets kunt zien.

Daarbij is het een vreemd besef dat er in dit land een burgeroorlog gaande is. Soedan is, wordt ons verteld, het grootste land op het Afrikaanse continent. Wij doorkruisen hier het noordoostelijke gedeelte. Darfur ligt in het (zuid-)westen en van het geweld daar merken wij hier helemaal niets. Wij ontmoeten alleen maar ongelofelijke gastvrijheid van rustige en vriendelijke mensen.
Ik ging net wat moertjes halen in een garage voor mijn ligstuur... ‘Welcome, welkome allways!’. Er werden wat kratten gehaald om op te zitten en daar zaten we dan midden in de werkplaats tussen de monteurs een heerlijk kopje zoete thee te drinken. Dat zie ik nog niet gebeuren als er een Soedanees een Nederlandse garage binnenstapt...
En omdat we hier voornamelijk in de woestijn zitten, schijnt dit land ook een contrast te vormen met het volgende land, Ethiopië. Ethiopië is overbevolkt, je schijnt er moe te worden van altijd en overal mensen om je heen en op de fiets schijn je bekogeld te worden met stenen door de jeugd. We zijn benieuwd.

Deze laatste alinea’s schrijf ik in Dongola, onze tweede rustdag. We zitten hier in een oude dierentuin. Er is alleen nog een reuze-schildpad van over, die tussen de tenten doorkruipt en voor de rest is het vergane glorie. Er staan her en der wat oude speeltoestellen. En nu zie je overal tentjes, waslijnen, fietsen die onderhouden worden en rode dozen waarin stampend de was wordt gedaan.

Gisteren was de 5e dag op een rij in Soedan. We reden in peloton, omdat we een ‘open desert crossing’ hadden. Ik heb de afgelopen dagen een (klein) aantal stukken alleen gefietst, omdat je op deze ondergrond soms echt je eigen tempo moet aanhouden, en het verbaasde me eigenlijk dat ik het helemaal niet eng vond. Maar het traject van gisteren had je echt niet alleen willen fietsen. Overal lopen sporen en soms verlies je het overzicht doordat er soms ook wat hoogteverschillen zijn. Een kleine richtingafwijking leidt na tientallen kilometers tot een behoorlijk verschil.
Die diverse sporen leveren wel vaak prachtige beelden op; over zo’n 200 m. zie je verspreid fietsers hun weg volgen.
Je kunt 360 graden om je heen kijken en de zonsopkomst is adembenemend mooi op de fiets. We zijn de ‘Nubian desert’ uitgereden en de ‘Sahara’ een klein stukje in. De laatste 10 km. van deze 5 dagen weer asfalt.. Halleluja!

EGYPTE - SOEDAN (Meer van Nasser)
































































Soedan is een verhaal apart, ‘right from the start’.
Het begon met de boottocht van Aswan (nog Egypte) over het meer van Nasser naar de Soedanese havenplaats Wadi Halfa. Dit nam 1,5 dag in beslag, waarvan een aanzienlijk deel uit wachten bestond. Eerst op de douane; heen en weer lopen, ja & amen zeggen en geen vragen stellen. Uiteindelijk zaten we op de boot en toen konden we toekijken hoe deze en twee andere boten werden volgeladen met wasmachines, koelkasten, dozen, zakken en Afrikanen zelf. Afrikaanse taferelen, chaos! En overal; op het dek, in de gangen, in de ruimen, onder de reddingsboten, tussen de dozen en last but not least tegen en op onze fietsen...

Je keek je ogen uit. Mensen aan het kaarten, eten, slapen, schreeuwen en niet te vergeten bidden. Want regelmatig schalde ‘Allaaaaaah!’ door de chaos heen.
Ik voelde me niet goed deze dag, dus een dag hangen en het Afrikaanse gebeuren aanschouwen kwam me erg goed uit.
Onze groep had cabins, dus konden we in ieder geval slapen, want we zouden ca. 18 uur varen. Weliswaar een shabby, kleine cabin, maar je bent dan toch de Westerling die het duidelijk luxer heeft. We deden ‘shifts’ per uur om de cabins te bewaken. Helaas voeren we -net toen ik wacht hield- de grote tempel van Abu Simbel voorbij, die dus letterlijk aan me voorbij ging.
Het sliep wel heerlijk met het kabbelende water op de achtergrond.

EGYPTE (Luxor tot Aswan), Sightseeing Luxor






































































In Luxor een rustdag. Meestal schijnt een rustdag geen letterlijke rustdag te zijn, maar meer een superdrukke niet-fietsdag; wassen, fiets onderhouden, internet, sightseeing... Maar het viel wel mee; de was werd in ieder geval uitbesteed (alles met de hand, en dat waren niet de meest frisse handwasjes).
Om 8 uur ’s ochtends gingen we gezamenlijk op pad, naar enkele toeristische hotspots van het oude Egypte; ‘de vallei van de koningen en koninginnen’. Dit is een uitgestrekt rotsig ‘limestone’(hoe vertaal ik dit?) landschap, vol met graftombes. De tombes komen met een statige rechthoekige entree uit in een van de rotsen. Je loopt naar binnen, vaak schuin omlaag. Alle zijden zijn compleet beschilderd of uitgehouwen met hiërogliefen en oude Egyptische tekeningen. Achterin ligt dan (als ie er nog is) de sarcofaag, alle overige spullen zijn meestal weggeroofd. Topper was de tombe van Toetanchamon; kleine tombe, maar heel indrukwekkende sarcofaag.
Ook de tempel van Al-Deir Al Bahari was prachtig. Met een rotsige achtergrond, een ruim terras en een ver uitzicht op een groene Nijloever.












Friday, January 19, 2007

EGYPTE (tot Luxor) De 5e en 6e fietsdag (ma 17/1 en di 18/1),












De 5e fietsdag verlieten we een campingplaats bij een hotel in Safaga om rechtstreeks de bergen in te rijden. Ruim 40 km. heel geleidelijk klimmen, maar meteen ontzettend mooi. Het is helemaal mooi door het contrast met die dagen woestijnbeelden om je heen. Elke bocht gaf nu weer een ander uitzicht. Uiteindelijk kwamen we op een soort plateau uit en werd het uitzicht wat herkenbaarder... droog, vlak en uitgestrekt.
De laatste 30 km. werd de wind ook ongunstig en uiteindelijk was ik na ruim 150 km. ook behoorlijk kapot. Bovendien werd deze dag mijn oude blessure er niet beter op. Maar heel gelukkig zitten er diverse fysiotherapeuten en dergelijke professionals in de groep. Dat is toch opvallend, die mensen zijn sowieso geinteresseerd in de werking van het menselijk lichaam in combinatie met beweging en dat gaat snel samen met sport. Dus werd ik onder handen genomen door Chris, een ervaren fysio die Engels is, met de Nieuw-Zeelandse Janet is getrouwd (beiden strijden om de 1e plaatsen, die van Janet is -als er geen gekke dingen gebeuren- wel zeker gesteld) en in San Diego woont. Janet is trouwens driekwart Maori, speciaal! Beiden ook erg sympathiek.
Ik weet ondertussen wel redelijk wat er nu aan de hand is in mijn been. Maar toch ook weer nieuwe tips voor behandeling gekregen en ik heb bovendien mijn zadel wat verlaagd. Wat resulteerde in een goede 6e fietsdag (ca.95 km.), in sha Allah!
Ben nu wel eerder vertrokken, dus ik val uit het race-klassement, maar dat is maar goed ook voor mij; ga ik wat meer mijn eigen tempo rijden.
Deze 6e dag was ook bijzonder, omdat we na Qena langs een irrigatiekanaal gingen fietsen (parallel aan de Nijl). De omgeving werd groener en veel drukker bevolkt. Overal kinderen, karren, ezels, landbouw, bedrijvigheid, politie en bewaking. Wat dat laatste betreft; ik kijk al echt niet meer op van geweren. We passeerden ook talloze politie-checkpoints.
En die kinderen! Straatschoffies, kleren in alle kleuren (vooral de meisjes) en ‘Hello! Hello! Money! How are you!’ roepend. Ze gingen helemaal uit hun dak, ook aan de overkant van het water, en renden stukken mee. Heel leuk na die stille ‘woestijnweek’. Je ging je ook bijna afvragen waar die 65 miljoen Egyptenaren nu eigenlijk wonen (behalve dan 16 miljoen in Cairo).

Morgen een eerste rustdag hier in Luxor, waar we naar de westelijke oever gaan (naar de ‘Valley of the Kings’) en dan nog twee Egyptische dagen om vervolgens een lange tijd in Soedan tegemoet te gaan. Hopelijk blijf ik op de fiets, want het is nog altijd even heerlijk.

EGYPTE (tot Luxor), De 3e en 4e fietsdag (ma 15/1 en di 16/1), lunch

De derde dag gaf 140 km, de vierde 110 km., ze gingen als een speer voorbij met ongelofelijke rugwind. Soms een beetje zijwaarts, maar veel was het niet. In ieder geval tot de lunch (op de helft) voelde het als een ochtendtraining. Ik had nog niet eens veel honger toen we uiteindelijk voor de lunchtafel stonden. Daar liggen dan bananen, sinaasappels, brood, nou ja brood kun je het nauwelijks noemen in Nederlandse perceptie; een soort oude, dunne, taaie pitabroodjes. Wat vierkante kartonnetjes vol fetakaas en een soort ‘la vache qui rit’-kaasjes. Dan allerlei Egyptische snacks, van sesamzaad, maiskorrels, kokos en dadels. Te drinken is er water en limonade uit plastic kannen en er staat een of twee plastic bekers die iedereen gebruikt. De eerste racers schijnen er maar een paar minuten te staan (fiets wegzetten, dingen in hun mond proppen, onderwijl ze hun zakken volstoppen en bidons vullen) om weer snel hun ‘tempo-draaien’ te vervolgen.
Adrie heeft weer gewonnen deze 3e dag, in de sprint met Chris. Het wordt nu al spannend of we een Nederlandse winnaar krijgen dit jaar. Maar ook Jan doet goed mee in de eerste groep(en). George valt er een beetje tussen qua snelheid, maar vindt het ook wel prima om alleen te komen. En ikzelf fiets met de laatste groepen mee.
Binnenkomen is trouwens erg leuk. Alle fietsers die nog dicht bij de aankomst staan, klappen of roepen je bemoedigend toe. Maar nadeel van later binnenkomen, is dat de betere kampeerplekken soms weg zijn en je minder tijd hebt om bij te komen.
De 3e dag gefietst in een leuke groep; 3 mannen, 3 vrouwen, Sean, Alice, en Daryl (Zuid-Afrikaans), Walter (Zwitsers) en Lucette (Canadees). Soms stond de teller zelfs even op 50 km/u Wiehaa! Het ging zo makkelijk, de Egyptische snelweg is een grote racebaan rechtdoor, nog steeds de bergsilhouetten op de achtergrond in het Westen, in het Oosten de pijpleidingen parallel aan de weg en wat verder de Rode Zee. Soms een geleidelijke heuvel. Geregeld gaat dat gepaard met een verkeersbord; een vrachtwagen op een helling, terwijl mijn teller nauwelijks 1 % stijging aangeeft.
Daarbij lekker warm en weinig kniepijn; hier kwam ik voor!
Na aankomst weer in de Rode Zee gedoken.

De vierde dag toch wat meer last van mijn knie en rechterbovenbeen, mijn oude blessure en zwakke plek; de km’s beginnen toch door te werken nu. Rustig aan gedaan dus. Aankomst in Safaga, gekampeerd bij een hotel, waarbij 2 kamers gehuurd waren, zodat iedereen die geen eigen kamer neemt, ook van het sanitair gebruik kan maken. Deze dag is de omgeving weer min of meer hetzelfde, er is nu wel veel meer bebouwing; voornamelijk hotels/resorts. Vaak staan ze vrijwel leeg trouwens. Ik geloof dat Egypte na Turkije de nieuwe hype is, zeker voor Duitsers.

Nieuwe muziektip van Daryl:
Zama Jobe; is nu ‘quite big’ in Zuid Afrika, pas 18 jaar. Hij gaat me nog meer muziektips geven. Had trouwens ook Boo bij zich!