Thursday, February 22, 2007

Amsterdam, 22 februari 2007

Helaas is het Eva niet gelukt in Addis Abeba haar weblog up-to-date te brengen. Vind ik ook erg jammer, gelukkig weet ik door SMS-contact dat alles goed met haar gaat, nadat ze ook even de "bug" te pakken had. Ondanks dat heeft ze de felbegeerde EFI (every f**** inch) nog steeds achter haar naam staan! Om toch een idee te krijgen van waar ze nu zit, zijn de weblogs van de andere rijders erg leuk om te bekijken. Ook de weblog op de site www.tourdafrique.com heeft bijna elke dag een update.

De komende weken is de kans klein dat er wel weer een goede internetverbinding te vinden is, dus ons geduld wordt danig op de proef gesteld. 12 maart heeft Eva rustdag in Nairobi, dan verwacht ik wel weer een (poging tot) een update.

Jan Willem

Sunday, February 04, 2007

SOEDAN (Dongola tot Khartoum)























































































































Een algemeen gedeelte, een ‘lap’ tekst over mijn race-ervaring en een afsluiting over het binnenrijden van Khartoum.
Een korte noot bij enkele foto's:
- intocht Khartoum met de Soedanese wielrenners;
- mijn eerste winnende finish;
- Soedanese stormbaan;
- in de pickup kletsen met wat Soedanese vrouwen op een veer over de Nijl;
- desert camp dichtbij en veraf ('s middags een heuvel beklommen, we kampeerden aan de voet hiervan);
- en mijn eerste kamelenschedel, speciaal voor Dick van Snel Tweewielers in Utrecht.

Tot in Ethiopië!


Vijf woestijndagen achter de rug. In mijn beleving kon het samengevat worden tot een thema: hard fietsen! Het liep zelfs uit in racen.
Het landschap was behoorlijk ‘straight forward’, zowel letterlijk als figuurlijk. Letterlijk: zuidwaarts! Figuurlijk: vlak, droog, woestijnlandschap met een rechte weg erdoorheen. Tot ieders verassing was het voornamelijk asfalt. Regelmatig kwamen we Chinese wegwerkers tegen, die in de ‘middle of nowhere’ met wat machines aan het werk waren. Soedan wordt flink ondersteund door China, die hier voet aan de grond wil krijgen i.v.m. alle olie- en mineralenvoorraden.

De structuur van de wegwerkzaamheden was compleet onduidelijk; voor je gevoel werd de weg behoorlijk ‘random’ aangelegd. De gewone stukken asfalt wisselden zich af met nog nat en glimmend asfalt, ‘dirt road’, bergen stenen midden op de weg of zelfs gaten in de weg van ca. 3 m. diep en 5 m. lang. Ik voelde me net een militair die de hele dag een stormbaan afwerkte. Na 15 min. fietsen moest je er vaak weer af om over de stenen te klauteren, of af te zakken naar een onverharde zijweg waar alle heerlijkheid van het gladde asfalt weer geschiedenis was; terug bij af...

Het mooie en vriendelijk Soedan veranderde voor mij in een treurig Soedan. Het was zo leeg, zo droog en zo verschrikkelijk arm. Her en der kwam je wat verloren huizen tegen; schamele onderkomens van een soort klei, modder (mest?), riet, wat lappen, golfplaten, wat oude olievaten ernaast en een enkele kameel of ezel. Soms stonden of zaten er wat ‘schmutzige’ kinderen in wat vodden bij en soms was het zelfs zo dat ze heel hard wegrende als ik even stopte. Absoluut niet gewend aan een blanke, laat staan een blanke op een fiets.

Hier hield het zeker verband mee, dat er voor mij niets restte dan: fietsen! Als vanzelf ging ik in deze leegte harder trappen. Twee dagen lang knalde ik er de kilometers doorheen, waardoor meer mensen me begonnen te pushen: ‘Eva, you should start ‘racing again!’...

Het racen is namelijk echt een andere categorie. De ‘leisure riders’, ofwel toerfietsers mogen starten wanneer ze willen, mits na zonsopgang. De ‘racers’ starten klokslag 8 uur met een officiële start en worden individueel getimed volgens een strak reglement.
Dus.. die derde ochtend stond ik toch enigszins wijfelend om 8 uur tussen de racers, met -let wel!- mijn fiets MET bagagedrager, axa-slot, standaard, etc, waar ik toch zo gelukkig mee ben.
De groep racers bestaat voornamelijk uit mannen, een stuk of 15 tot 20. Dan zijn er maar 3 vrouwen als racer geregistreerd, waarvan Alice en ik, die de laatste 2 weken meestal al tussen 7 en half 8 als toerfietser wegwaren. Dus krijgen we dagelijks een ‘time penalty’ van 12 volle uren aangemeten. De 3e vrouwelijke racer is Janet, een Nieuw-Zeelandse triatlete en ‘strength coach’, die permanent racet.
Die 3e dag stonden er 130 km. op de planning. De groep ging weg en bleef enorm lang als peleton compleet. Ik vond het wel genieten; lekker sporten. Tot de lunch, ca. 70 km. bleven we compleet. Verschillende keren ‘stak er eentje het vuur aan en sprong de rest mee’ (ik citeer hier even een racer), maar de groep trok toch telkens bij. Ik kwam wel met een kick bij de lunch aan, blij dat ik het zo lang had kunnen volhouden.
Terwijl de fietsen werden neergelegd (want alleen ik heb een standaard J), werd er heen en weer geroepen ‘relaxed lunch, ok?’ want menigmaal hebben de racers een lunch van 2 min, en sprinten ze met het brood in hun mond of wielertruitjes proppend achter de fanatiekste van de dag aan. Maar ik had dus geluk en we stonden zelfs te dansen bij de lunchtruck (heet Betsy) met onze Soedanese broodjes tonijnsalade, midden in de woestijn.
Na eeen kwartier werd er toch weer op de fiets gesprongen en het tempo werd langzaam steeds serieuzer. Ik kreeg het pittig. Op een cruciaal moment, waarbij ik er bijna af lag, nam Adrie –Nederlandse racer, nummer 1 in het klassement- me in het wiel. Adrie vond het namelijk wel een stunt als ik Janet eruit zou fietsen en geloofde er ook nog wel in na de vorige 2 dagen (daar was ik wat minder overtuigd van). Punt is namelijk ook nog dat een van de grootste concurrenten van Adrie, ene Chris (ex tri-atleet uit het Engelse nationale team) de man van Janet is.
Adrie zat me te coachen in het Nederlands en vroeg regelmatig of het nog ging, of het tempo goed was of dat ik beter in het wiel moest zitten etc. (Later die avond kregen we te horen: ‘the official racing language is English, ok!?’) Ergens in die momenten is Janet er afgevallen, waarop Adrie, die regelmatig achterom keek, enthousiast schalde ‘Nu is het alleen nog een kwestie van uitrijden Eva!’. Want als je alleen zit op de weg, met nog 40 km. en zijwind voor de boeg, kun je echt niet op tegen mensen die samen rijden.
Ik zat me echter de tandjes te rijden en was er nog lang niet zo zeker van of ik die 40 nog zou trekken. Maar de overwinning trok ook wel, ik vond het stiekum ook wel stoer. Ik denk dat ik nog 5 of 10 km. bij de groep ben gebleven, toen ging Chris weg en viel het hele peloton uit elkaar. Er ontstonden 2 kopgroepen en ik bungelde er met nog een paar wanhopig achteraan. Maar ook hier werd ik weer gered, en nu door de Keniaanse tandem van Joash en de Douglas, die het ook wel goed met me voor hebben. Ik kon in hun wiel kruipen en zij hebben me de laatste 30 km. er doorheen geloodst. Ik zat stuk.. maar ik won wel!! Iedereen vond het maar wat mooi, omdat het monopolie van Janet werd doorbroken. Chris en Janet waren minder enthousiast, ze hebben me niet gefeliciteerd, ik denk dat ze me ordinair gehaast vonden. Bovendien had Janet ook een armblessure, dus ze had wat anders aan haar hoofd.

De glorie was leuk, maar van korte duur. Want de volgende dag ben ik vet door haar ingepakt. Ze liet me weer even zien wie er nu eigenlijk de baas was onder de vrouwen.
Er stond weer 130 op de planning. Mijn verstand zei: ‘Eva, ga nou leisure riden, want ik was nog steeds redelijk kapot en de volgende dag stond er ook nog een tijdrit op de planning. Maar net als bij koekjes , smaakte het peloton-rijden en die overwinning erg lekker en naar meer. Dus daar ging ik weer - strak om 8 uur. Ik voelde meteen dat mijn benen eerder verzuurd waren. Al na ca. 30 km. waren de snelste racers weg.
Er volgde een tijdje waaieren met Janet en de Zwitserse Simon en later ook Jan (nl.) en Patrick (Zuid-Afrika). Janet hield voortdurend in de gaten of er iemand afviel en liet ons dan collectief wachten. Op een gegeven moment werd er gestopt voor een foto. Ze zei nog ‘Ik heb geen camera!, waarop ik riep dat ik er wel een bij me had en ze de foto wel kreeg. Vervolgens ging Simon nog iets verstellen aan zijn fiets en dacht ik ‘Mooi, trek ik even mijn thermo uit’. Maar dat moment vloog Janet weg (nu dus niet collectief wachten) en ik heb er niet meer bij kunnen komen. Ik trof haar weer bij de lunch, maar zodra ik aankwam, rende zij weg, trok nog even haar broek omlaag op de weg om te plassen om vervolgens de laatste 65 km. in te gaan. ‘Welkom bij het racen!’ dacht ik bij mezelf, en ik stond mezelf vertwijfeld af te vragen of dit wel was wat ik wilde. Maar me laten kennen; dat ook niet, dus holde ik met mijn broodje weer terug naar mijn fiets. Na 10 km. begon ik in te zien dat ik het niet meer ging redden en pakte ik mijn MP3 speler erbij. Ik begon de boel te relativeren, vond de lol van het fietsen weer en ben met Bruce en een goed tempo naar de finish gereden,

’s Middags geen rust, maar meteen in de hitte begonnen met mijn fiets poetsen en klaarmaken voor de 18 km. tijdrit van de volgende dag. Er zaten hele klonten modder aan mijn frame vastgekoekt van alle stukken dirtroad. Dagelijks onderhoud ik de draaiende delen, maar nu was er wat meer te doen naast een wat degelijkere poetsbeurt. (Met 2 kleine bidonnetjes water, enigszins schuldbewust uit de watervoorraden gepakt... En vloekend als mijn natte doekje of borstel weer in het zand viel.)
Ik was al aan het racen, maar nu zwichtte ik ook nog voor de regelmatige opmerkingen in de trant van ‘Eva, when will you get rid of all this heavy shit from your bike?’.
Het fietspoetsen werkte al therapeutisch (quote van Adrie: ‘Op een gepoetste fiets rij je harder’), maar met het verwijderen van achtereenvolgens mijn bagagedrager, standaard en slot en het monteren van mijn ligstuur kon ik de nederlaag van Janet helemaal wegrelativeren. En ik was klaar voor de eerste tijdrit.

’s Nachts kwam de reuma goed in mijn vingers op. Had ik al lang niet meer gehad, dus ik merkte dat deze omslag naar racen toch wel zijn sporen achterliet en ik toe was aan een echte rustdag. Maar hoewel ik er tegenop zag en me niet goed voelde, had ik ergens diep van binnen ook nog steeds zin in die tijdrit.

Half 6 op, na de stevige havermoutpap (‘rocket fuel’) en de koffie kwam het gevoel weer langzaam in mijn vingers. Langzaam begaven alle racers zich naar de weg om zich in te gaan rijden. Ik wilde mijn mtb-banden op een goede 5 bar gaan zetten (nog nooit gedaan hier in de woestijn, maar er zat maar 2 km. dirtroad in de tijdrit, dus dat stuiteren zou ik wel overleven.) Lekke band!
Die verholpen, naar de weg gehold, ingereden, Prince & Anouk hard aangezet, afgeteld en die tijdrit er doorheen gehaald. Op 7 km. zat ik al stuk en op het gedeelte onverhard stortte ik voor mijn gevoel in. Maar ook hard gefietst. Erg spannend wachten op de uitslag en... gewonnen!! ‘I kicked some ass’ en mooier kon ik niet beginnen aan de intocht in Khartoum.

Onder loeiende sirenes van politie-escorte en met steeds meer meerijdende Soedanese wielrenners (op vaak oude Jan Janssen-frames) reden we deze hoofdstad in en door. Door alle chaos, tumult en verkeer; koelkasten, ezels, ventilators, geblindeerde Mercedessen, volle bussen, afval, de witte en de blauwe Nijl, zoveel kleuren sluiers en gewaden, spelende, etende, roepende, zwaaiende en gebarende Soedanezen. Wat gaaf!

We komen Afrika steeds dieper in.