Saturday, March 17, 2007

Ethiopië (Matema tot Addis Abeba), 8-20 feb. ’07, 1/3

Het is fascinerend wat een geografische grens voor consequenties kan hebben. In Matema gingen we de grens over tussen Soedan en Ethiopië en er veranderde veel meer.
Als eerste bezochten we het ‘immigration office’ voor een ‘entry stamp’ in onze paspoorten; een klein paars-groen geverfd gebouwtje waar een paar Ethiopische ambtenaren druk waren onze namen en gegevens op lijsten in te vullen. Ondertussen genoten wij van iets wat we een tijd gemist hadden in de Soedanese Islamitische wereld, namelijk: een biertje! De stemming werd steeds uitgelatener, en bij elke nieuwe stempel steeg er een steeds luider gejuich op.
Daarna op naar het ‘bush camp’. In dit land wordt er op zo’n 10 meter afstand van de trucks af een touw gespannen, waarbinnen zich dan alle tenten, fietsen, materialen en mensen bevinden. Om de touwen heen staan de Ethiopiërs, rijen dik, van alle leeftijden, zich over ons rondtrekkende circus te verbazen.

Maar de verschillen gaan veel verder. De mensen zien er anders uit. Het is een langzame, maar uiteindelijk significante verandering geweest van een Arabische naar Afrikaanse context. Van woestijn naar landbouwgrond. Van Soedanese rechthoekige huizen, met poorten met gekleurde motieven naar ronde traditionele Afrikaanse lemen hutten met afzettingen van vlechtwerk van takken. Van een islamitische naar een meer christelijke wereld.
Ethiopië is voor 45% christelijk, en voor maar 35% islamitisch. Volgens mij ligt hier een kern van de verschillen. Het voelt hier veel vrijer. Je wordt niet meer 5x per dag overdonderd door alle gebeden. Je ziet veel mensen met Bob Marley shirts, hoort veel vaker muziek.
De vrouwen zijn niet meer gesluierd, lopen zelfs trots rechtop en hebben geregeld een broek aan.
De Ethiopiërs vormen een trots volk. Ethiopië is naast Liberia het enige Afrikaanse land, dat nooit gekolonialiseerd is geweest. De Ethiopiërs groeten, lachen en laten zich meestal graag fotograferen.

Overal langs de weg zie je ze lopen. Onophoudelijke stromen mensen met van alles op hun hoofd, rug en in hun armen. De stromen worden geconcentreerder in de dorpen, waar je met aandacht doorheen moet fietsen. Hier in Ethiopië rijden twee Ethiopiërs met ons mee. Je hebt geluk als je met hen fietst, want zij weten precies het juiste te roepen zodat de mensen oppassen en uitwijken.
En de Ethiopiërs rennen! Je ziet ze met een stok door de velden achter vee aanrennen. Of door de velden naar de weg als ze jou zien aankomen. ‘You, you, you!!’ en ‘Where are you go?!’ schreeuwend. Want overal zie je kinderen met een deken en een stok het vee staan te hoeden. Geen wonder dat het een sensatie is als je de hele dag in het veld staat, en er komt ineens een rare fietser voorbij. Ze rennen met je mee naast je fiets op de weg. Superlicht, soepel en al babbelend. Het is zo evident dat er goede hardlopers uit dit land komen.
Soms een, en soms ook een stuk of 10 kinderen. Of je er zin in hebt of niet... En als je aan het klimmen bent, met minder dan 10 km. per uur, ‘lege benen’ en je dag niet hebt, dan schud je ze niet zomaar van je af... Maar meestal werkt het hetzelfde als voor de klas; met een positieve houding krijg je snel een positieve reactie terug.
Maar je kunt ook pech hebben; dan krijg je een steen of stok naar je toegeworpen (een van de rijders heeft een blauw oog). Ik heb ook al wat stenen op mijn lijf en in mijn spaken gehad. Toch klinkt het erger dan het is, het gaat namelijk om uitzonderingen en met een beetje geluk kom je er goed vanaf.
Cruciaal is wel of je een van de eerste fietsers bent of met meer fietst en of er nog andere fietsers achter je aankomen. Op een gegeven moment zijn ze helemaal voorbereid op en opgeladen voor passerende fietsers. En als er nog iemand achter je aan komt, haken ze eerder af bij jou.

De hier geplaatste foto’s geven een beeld van de Ethiopiërs.





















0 Comments:

Post a Comment

<< Home